“Misschien kunnen we hem vragen een stukje te spelen”.

 

"En thuis raakt hij geen broccoli aan"

“En thuis raakt hij geen broccoli aan”

 

"Mag de achterdeur wel even open?"

“Mag de achterdeur wel even open?”

 

"Je moet er nog even inkomen"

“Je moet er nog even inkomen”

 

"Hij heeft echt een hard hoofd..."

“Hij heeft echt een hard hoofd…”

 

"Ze hebben het nog niet gevonden"

“Ze hebben het nog niet gevonden”

 

"Dat ging sneller dan ik verwacht had"

“Dat ging sneller dan ik verwacht had”

 

"Dat scheelde niet veel"

“Dat scheelde niet veel”

 

"Geen stijl, maar ze scoort wel"

“Geen stijl, maar ze scoort wel”

 

"Pssst, kan ik wel een lening van u krijgen'"

“Pssst, kan ik wel een lening van u krijgen'”

 

"Hij was zijn vrouw vergeten"

“Hij was zijn vrouw vergeten”

 

zonder woorden

zonder woorden

 

"Ze is wel een doorzetter"

“Ze is wel een doorzetter”

 

"En nu?"

“En nu?”